Borstchirurgie

Behandeling van congenitale aandoeningen van de borst (tubereuze borst, asymmetrie, Poland-syndroom)

Tubereuze borst

Soms loopt de ontwikkeling van de borst tijdens de puberteit niet optimaal, waardoor de onderpool van de borst zich minder ontwikkelt en het tepelhof uitpuilt uit de borst. De plastisch chirurg corrigeert dit dan met een speciale techniek om het tepelhof te verkleinen en te verstevigen. Vaak zijn hier borstimplantaten nodig om het gewenste resultaat te bekomen.

Asymmetrie

Bij heel veel vrouwen zijn er kleine verschillen tussen beide borsten, zowel in grootte als in vorm. Wanneer die verschillen als storend worden ervaren, kan dr. De Baerdemaeker een correctie uitvoeren. In functie van uw lichaam en uw wensen voert de plastisch chirurg een correctie uit  door middel van een eenzijdige lift of verkleining, het gebruik van borstimplantaten (soms van verschillende grootte), het gebruik van lichaamseigen vetweefsel of een combinatie van deze technieken. 

Poland-syndroom

Bij deze aangeboren aandoening is een deel van de borstkas minder ontwikkeld met afwijkingen aan de ribbenboog, de borstspier, de borst en/of de tepel. Vaak zijn er ook begeleidende afwijkingen aan de handen waarneembaar.